N(euro)otje en de kou

Het wordt dan toch een beetje winter! In het begin van de afgelopen nacht sneeuwde het heel, heel, heel licht. De vlokjes die N(euro)otje in het lichtschijnsel van de buitenlamp naar beneden heeft zien dwarrelen, zijn waarschijnlijk de enige vlokjes van de hele nacht geweest. Wel heeft het lekker gevroren. Vanmorgen om 9 uur stond de thermometer aan de achtergevel op -3. Nou wijkt die een ietsje af maar -2 was het in ieder geval.

N(euro)otje houdt van de winter. Ondanks alles. Ondanks de prut na de sneeuw, de rode neuzen, wintertenen, extra reistijden door gladheid en extra kosten van verwarming blijft ze het leuk vinden. En er valt natuurlijk heel wat te doen om het binnen aangenaam te houden en tegelijkertijd geen kapitalen aan verwarming uit te geven.

N(euro)otje maakt graag en veel gebruik van tochtrollen, gordijnen voor de deuren en ramen, warme kruiken voor in bed (en bij gebrek aan een kruik kun je een petfles vullen met heet (niet kokend!) water en in een handdoek wikkelen) en radiatorfolie. Om wat meer warmte in de keuken te krijgen, is het koken op een petroleumstel heel handig. Je water of je eten kookt erop en het geeft meteen warmte af. Ook na gebruik van de oven de deur van de oven open laten staan tijdens het afkoelen, kan je schelen in het gasverbruik. En kaarsen, waxinelichtjes en olielampen geven allemaal licht én warmte af. En hete koffie, thee of chocolademelk in een grote mok verwarmt niet alleen de handen maar ook de innerlijke mens… 🙂

Verder is het natuurlijk van belang dat je niet op blote voeten en in een t-shirt door het huis blijft hollen maar je aangepast kleedt. Dus warme sokken en truien aan en ’s avonds een dekentje over de benen op de bank. En als je het dan toch koud krijgt, is het waarschijnlijk bedtijd.

In Huize Vrek staat ook een aantal kachels. Hout, kolen en gas. Als de kachels gebruikt worden, staat er ook altijd wel iets op te pruttelen. Ook als er niets te koken valt, is een keteltje met water op de kachel handig. Je hebt altijd heet water voorhanden en het houdt de vochtbalans binnenshuis in orde.

En verder is het handig om een beetje te ‘harden’. Als N(euro)otje en Man wel eens bij iemand thuis komen die gewend is aan 22 graden, zweten zij de deur uit. Het is echt niet stervenskoud in Huize Vrek maar de CV staat op dit moment gewoon op 18 graden. Dat is de dagtemperatuur. ’s Avonds gaat die vaak naar 19 graden en bij hoge uitzondering (zoals in de kerstvakantie toen de helft hier met de griep lag te klapperen op de banken), op 20 graden. Maar liever niet. Nou zijn de bewoners van Huize Vrek ook wel wat gewend: de slaapkamers boven komen uit op een vide met open verbinding met de deel. Die deel is niet verwarmd en met echt strenge vorst kan het daar gerust 2 graden vriezen. Wanneer je dan ’s morgens in je pyamaatje de slaapkamer uit wandelt, stap je dus zo min twee in. In het begin hebben de vrekken hun kiezen bijna stukgeklapperd door die kou (toen ze hier kwamen wonen was het in de tweede week al min twintig!) maar alles went. N(euro)otje stapt zonder enige moeite in pyama en duster, met de blote voeten in slofjes gehuld, naar buiten, de winterkou in. Dus 18 graden is in hun geval een prima temperatuur. En daarbij, onder invloed van koken en bakken wordt het in de keuken altijd al snel een stuk warmer.

Het enige waar ze niet tegen kan is een koude trek over de vloer. Vandaar de grote verzameling tochttekkels voor alle deuren. Helpt echt!